Werknemer die wegens hacken op staande voet werd ontslagen verliest kort geding
In dit artikel:
Een medewerker van een landelijke fietswinkelketen, sinds 1 januari in dienst, is na een ontslag op staande voet wegens vermeende hackpogingen in een kort geding niet hersteld in zijn salaris of werk. Begin juni kreeg het cybersecurityteam van de keten meldingen dat er met een usb-stick op twee laptops geprobeerd was malware te installeren; op het moment van detectie was volgens de winkel de betreffende medewerker als enige in het pand aanwezig. Op 10 juni werd hij direct ontslagen.
De medewerker startte in augustus een bodemprocedure tegen het ontslag en vroeg in een tussentijds kort geding om terugkeer en doorbetaling tot de bodemzaak is behandeld. De kantonrechter in Midden-Nederland wees die vordering af: uit het onderzoek blijkt dat de laptops in een kast lagen, normaal met wachtwoord beveiligd maar soms met een briefje erbij of in standby gezet, waardoor toegang mogelijk was zonder wachtwoord. Met één van de laptops is die avond ook gevoelige bedrijfsinformatie bekeken en die laptop zou later zijn meegenomen. De werknemer kon geen geloofwaardig alternatief scenario bieden voor de verdenking; zijn verklaringen over het vertrek (onder meer het meenemen van pizza’s) overtuigden de rechter niet.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever zijn ontslag op staande voet voldoende heeft onderbouwd en dat het niet waarschijnlijk is dat de bodemrechter het ontslag zal vernietigen. De eis in het kort geding is afgewezen; de medewerker moet tevens €949 proceskosten betalen.
(Noot: ontslag op staande voet betekent onmiddellijke beëindiging van het dienstverband wegens ernstig verwijtbaar gedrag.)